Lezing of congres

Cabaret en chanson in de lage landen

In Nederland bestaat er al een zeer lange cabarettraditie. Denk maar aan de grote drie met Wim Kan, Wim Sonneveld en Toon Hermans. Vlaanderen bleef op dat vlak hopeloos achter. In deze muzikale lezing gaan we na hoe dat cabaret is gegroeid en in de loop der tijden is geëvolueerd en worden de verhalen afgewisseld met schitterende cabaretliedjes.

Het cabaret, dat al rond 1880 ontstond, kan je trouwens niet los zien van het chanson. In één van de definities wordt ‘chanson’ immers gelijk gesteld met ‘cabaretlied’. De eerste cabaretier in Vlaanderen was Frans Lamoen, maar hij vond zichzelf eerder een ‘kluchtzanger’ en na hem viel het helemaal stil. In Nederland daarentegen waren er heel wat artiesten, die in de voetsporen traden van de grote drie: Paul van Vliet, Seth Gaaikema, Freek de Jonghe en later ook Youp van’t Hek en Claudia de Breij. In Vlaanderen waren wij heel blij met de komst van Urbanus en kwamen ook De Nieuwe Snaar en Kommil Foo vernieuwing brengen op cabaretgebied.

Het chanson kent ook een hele geschiedenis en dateert aanvankelijk al van in de Middeleeuwen. Vandaag de dag denken we hierbij meer aan het Franse lied. Artiesten uit de lage landen halen dan ook dikwijls de mosterd bij hun Franse collega’s. We kunnen het chanson niet los zien van het cabaret, omdat er uit dat cabaret ontzettend mooie liedjes zijn geboren.

In deze muzikale lezing vertelt ex-journalist Herman Van Doninck over de geschiedenis en evolutie van het cabaret, over cabaretiers die al dan niet een boodschap hebben of louter willen amuseren, over de kleinkunst in het algemeen en over chansonniers in het bijzonder. De heel mooie en zeer herkenbare liedjes worden gezongen door topzangeres Martine Dams, die onder meer al in het Sportpaleis en het Fakkeltheater heeft opgetreden en een graaggeziene gaste is bij allerlei verenigingen.

Dit is een activiteit georganiseerd door OKRA Noorderwijk in samenwerking met Avansa Kempen vzw.